Geschiedenis van de kerken van "De Verbinding" Geschiedenis van de kerken van "De Verbinding"
 
Geschiedenis van de Protestantse Gemeente "De Verbinding" in Schoondijke, Waterlandkerkje, Groede en Breskens.
  
Samenwerken zit in het dna van de protestanten in West Zeeuws-Vlaanderen. De Nieuwe Rotterdamsche Courant (NRC) van 14 December 1920 berichtte: ,,De vrijzinnige kerkvoogden der Herv. kerk te Schoondijke hebben aan de Geref. gemeente aldaar het gebruik van het Herv. kerkgebouw toegestaan, hetgeen onder de hervormden nogal afkeuring ondervindt, omdat men meent, dat omgekeerd niet zoo verdraagzaam zou worden opgetreden.'' Met de jaren verdween de koudwatervrees.
Op 14 januari 2006 zijn de Nederlands hervormde kerk en de gereformeerde kerk van Schoondijke gefuseerd, en sloot ook het hervormde waterlandkerkje zich aan. De gereformeerde kerk werd verkocht, de hervormde kerk vernieuwd. Voortaan was het de Protestantse Gemeente. In 2011 zijn de protestantse gemeente Schoondijke-Waterlandkerkje en de hervormde gemeente Groede verenigd tot de protestantse gemeente "De Verbinding". In 2018 sloot ook hervormd Breskens zich aan.

Schoondijke
Het oude kerkgebouw van de hervormden in Schoondijke stamde uit 1656. Het was voorzien van mooie glas-in-lood-ramen, waarvan alleen wat scherven bewaard zijn gebleven.
De Gereformeerde kerk in Schoondijke is in 1880 gesticht. Het kerkgebouw is in 1907 in gebruik genomen.
Zowel de gereformeerde als de hervormde kerk zijn in oktober 1944 verwoest. In 1950 werden het nieuwe hervormde kerkgebouw weer geopend. De nieuw gebouwde gereformeerde kerk is van 1957.


 

Waterlandkerkje
Ter gelegenheid van het 350 jarig bestaan van het kerkje van Waterlandkerkje heeft Waterlandkerker Jaap Clement een boek geschreven over de roerige geschiedenis van het gebied. Hij beschrijft speciaal de gebeurtenissen rond 25 november 1668 – zeven jaar voor de bouw van het kerkje. ‘Acht gewapende ruiters reden over de Krakeeldijk. Links van hen stroomde de – nu compleet verdwenen – Soetelaerskreek, die bevaarbaar was. De naam dankt zij aan de soetelaers, vrouwen die er zaken als sterke drank verkochten. Of zij ook andere diensten leverden wordt niet vermeld’.
Aan het einde van de Krakeeldijk stond een vervallen kerkje – geen spoor meer van te bekennen. Het kerkje was opgedragen aan Sint Nicolaas, de beschermheilige van de zeelieden, die er frequent langskwamen. Op deze zondag van de 25ste stond de hervormde dominee Stuerbout op de kansel van deze katholieke kerk, waar het vieren van de mis volgens de Nederlandse wet verboden was. Alleen de protestantse godsdienst was immers juist. Stuerbout was katholiek geschoold maar was in Middelburg overgestapt naar de studie ‘gereformeerde godgeleerdheid’. 
In een brief aan de gemeente Sluis had Stuerbout al eens geklaagd over pesterijen zoals dat er buiten werd getrommeld tijdens kerkdiensten en dat de sloten vaak werden gevuld met poep. Andersom kon Stuerbout het niet laten te gaan provoceren door in katholiek gebied zijn enig ware leer te gaan verkondigen. Zijn katholieke moeder zou hem ervoor in het openbaar hebben uitgescholden.
De deuren sloegen open en er stormden vier Franssprekende ruiters binnen. Ze trokken Stuerbout van de kansel, sloegen hem meermaals op het hoofd, en trokken hem zijn toga en kleren uit. Ze lieten hem naakt en bloedend op de grond liggen.
Vervolgens waren de kerkgangers aan de beurt. Mannen, vrouwen en kinderen moesten hun kleren uittrekken, die samen met de sierraden in zakken werden gestopt en meegenomen. Voor hun vertrek scheurden de overvallers de aanwezige psalmboeken en bijbel kapot, trok de aanvoerder het hoofd van de dominee aan zijn haren omhoog en snee hem een oor af. ‘Als jullie het wagen naar deze kerk terug te keren,’ riep hij, ‘vermoorden we jullie allemaal’. Enkele maanden na de mishandeling stierf Stuerbout aan zijn verwondingen. 
De opvolger van Steurbout kreeg toestemming en geld van de Staten Generaal om wat noordelijker een hervormd kerkje te bouwen, zodat aan het gedonder met de katholieken een eind zou komen. Maar het Waterlandkerkje was koud af of de Fransen kwamen en vernielden het. Na de herbouw claimde de nieuwe pastor dat Steurbouwts met bloed besmeurde preekstoel er in stond, maar dat was een legende, constateert Clement. ‘Maar ja, we hebben legendes nodig om onze verbeelding te prikkelen, de tijdmachine van de geschiedenis in onze beleving aan het werk te zetten.’ 
De kerk in Waterlandkerkje wordt niet alleen gebruikt door De Verbinding, maar is ook de plek in Waterlandkerkje voor exposities en concerten. Zie:Kerkjewaterlandkerkje





Groede
De vroegste kerk van Groede dateert uit de late 13de of beging 14de eeuw. Bij de grote overstroming van 1375 verdween het dorp en de kerk in de golven. Kort daarna is er op dezelfde plaats een drie- beukige kerk gebouwd, die nog steeds de grondslag vormt van de huidige kerk. De stevige bakstenen toren met vierkante onderbouw met steunberen en een achtzijdige bovenbouw, heeft de eeuwen nog het best doorstaan. De kerk van Groede behoorde tot de aanzienlijkste van de regio. Ze bezat veel kerkschattenen en 394 gemeten (174 ha) landbouwgrond. Met de Reformatie in 1579 kwam hieraan abrupt een eind. 
Tijdens de Tachtig jarige oorlog zetten de twee strijdende legers, enerzijds de Hertog van Parma en anderzijds Prins Maurits van Oranje de polders onder water. Het dorp Groede met de kerk verviel daardoor tot een ruïne. Het kerkgebouw heeft door de inundatie dertig jaar lang in het zoute water gestaan. Pas tijdens het Twaalfjarig Bestand van 1609 tot 1621 werd er opnieuw bedijkt. Dit onder andere door de gebroeders Cornelis – en Jacob Cats. Vanaf 1625 werd er weer gewerkt aan de opbouw van de kerk. In september 1635 vond de oplevering plaats.
Door de komst van veel Walen, protestante vluchtelingen uit Frankrijk die zich hier vestigden, werd er in 1622 een zelfstandige Waalse kerk gesticht in de toentertijd dichtgemetselde zuidelijke beuk. Tot 1817 maakten twee kerkgenootschappen, de Nederduits Gereformeerde Kerk en de Waalse of Franse Kerk gebruik van de kerk.
Echter de financiële steun van de “tienden heffers”(belasting) bleef na de herbouw van 1635 uit. Met name de familie Cats liet het afweten. Dit ondanks de grote zakelijke belangen die Jacob Cats had in het toenmalige Staats-Vlaanderen. Een in 1668 ingezette juridische procedure door de kerk tegen de familie Cats, om hun verplichtingen jegens de kerk na te komen heeft 29 jaar geduurd. In 1699 werd door de hoogste rechtbank, de Raad van Brabant het “doodvonnis” over de kerk uitgesproken. Als uiterste noodmiddel is de laatste resterende grond verkocht. In 1740 kwam er eindelijk weer wat financiële ruimte, verstrekt door de Staten Generaal. Toen heeft er een goede opknapbeurt plaats gevonden. Uiteindelijk heeft de familie Cats in 1794 nog een flinke donatie gedaan. De huidige dooptuin, de preekstoel en de Cats-bank getuigen heden ten dage daar nog van.De zandloper bij de preekstoel gaf aan hoe lang de preek duurde.
De kerk van Groede is een van de weinige die in de tweede wereldoorlog behouden is gebleven. Bij de bevrijding van West-Zeeuws-Vlaanderen heeft Groede in de herfst van 1944 de status van Rode Kruis dorp gekregen. Op het dak van de kerk was een groot rood kruis geschilderd. Veel geëvacueerde bewoners en gewonden hebben toen in de kerk onderdak gevonden. Gewallieerden en brezetters hebben de kerk, waarin ook hun gewondeen werden verzorgds, gespaard.
Tussen de jaren 1818 en 1868 is er diverse keren (groot) onderhoud gepleegd. Tijdens de restauratie van 1976 werd al duidelijk dat er nog meer gerestaureerd moest worden. Door de zout indringing uit het verleden, vielen er soms grote stukken stucwerk uit de muren en het plafond. De veiligheid kwam in het geding. Door het uitblijven van overheidssteun, heeft de bevolking in rond 2009 zelf actie ondernomen en de kerk ingepakt met lakens. Dit om de “schande te bedekken”. Dit heeft veel publiciteit opgeleverd en het Rijk ertoe bewogen om een bedrag van 1,5 miljoen euro beschikbaar te stellen. In 2009 en 2010 is de kerk en toren volledig gerestaureerd. Er heeft toen ook een eigendomsoverdracht van de kerkelijke gemeente naar de Stichting Grote Kerk Groede plaatsgevonden. Tevens is de inrichting aangepast aan multifunctioneel gebruik. Het kerkorgel is gerestaureerd en in 2016 weer in gebruik genomen.
Vermeldenswaardig is nog de tekst die in 1752 aangebracht is op het toenmalige knekelhuis aan de noordzijde. Erboven staat deze tekst: Soo gy nu zyt, Waren wij voor dezen, Soo wy nu zyn, Sult gy haast wesen
De kerk in Groede wordt niet alleen gebruikt door De Verbinding, maar is ook de plek in groede voor exposities en concerten. Zie: Grotekerkgroede.



Breskens
in 1527 werd een rooms-katholiek kerkgebouw gesticht gewijd aan Sint-Barbara, die onder meer patrones van de polderwerkers was. Deze kerk werd in de loop van de Tachtigjarige Oorlog, toen Breskens protestants werd, een hervormde kerk. Feitelijk bleef enkel het koorgedeelte over dat voorzien werd van een klokkenstoel op het dak, zodat het geheel oogde als een klein kerkje. Dit kerkje werd gesloopt in 1924. Er voor in de plaats kwam een neogotische gebouw, maar dat werd verwoest in 1944. In 1953, na de watersnoodramp, werd het nieuwe kerkgebouw in gebruik genomen. Het kreeg de naam Sionskerk. Deze wederopbouwkerk is een karakteristiek voorbeeld van naoorlogse protestantse kerkbouw in Zeeuws-Vlaanderen en is een gemeentelijk monument.